De zwarte sleutel.

‘Ping, ping.’ Dat is het geluid dat mijn witte (inmiddels bijna bruine) Nissan Micra van 2016 maakt op het moment dat ik het sluit en achterlaat. Mijn auto is vergezeld door andere auto’s op de parking van het park net naast de Louisalaan.

“Komaan Elisa, stap een beetje door. Ik wil niet helemaal nat in het restaurant aankomen.” ‘Ja, ja ik kom al.’ In de late avond van een vroege lente dwalen mijn beste vriendin en ik door de regenachtige straten van “Bruxelles ma belle”. Mijn fancy hoge hakken hebben moeite om zich een weg te banen door de kasseistenen. Ongemakkelijk probeer ik Katja, die de juiste beslissing gemaakt had om sneakers aan te doen, bij te houden. In deze chique buurt van Brussel voel ik me niet thuis, de Louisalaan, de plek van luxe en weelde vol dure winkels van merken die eigenlijk alleen mijn ouders zich zouden kunnen permitteren. Hoewel zij dit kunnen, doen ze dat niet. Ze zijn liever “low-key” en vallen dus niet graag op. Op het moment dat ik een zwerver zie bedelen in de Louisalaan besef ik dat ik me echt heel gelukkig mag prijzen.

La Parisienne

©Elisa Leemans

Op het gebouw waarlangs we stappen staat in het groot geschreven “La Parisienne”. Voorzichtig lopen Katja en ik via de rode loper, in de gang van het imposante witte gebouw, die een plafond heeft van wel 4 meter hoog. Aan de balie neemt het vriendelijke personeel mijn witte Lui Jo jas en de zwarte Gucci designerjas van Katja aan. We gaan het restaurant in. Het kleurenpalet veranderd onmiddellijk. De witte tinten worden vervangen door roze tinten en vooral door bloemen die overal in het restaurant aanwezig zijn. Heel stereotiep uitgelegd is dit een restaurant met “vrouwelijke decoratie.” Het merendeel van de personen hier aanwezig zijn ook vrouwen.

 De recensies van Tripadvisor logen er niet om wanneer er stond dat dit restaurant vol designer decoratie staat die verwijst naar de popcultuur van het heden. Brandblussers met een Louis-Vuitton print, teddybeertjes die een T-shirt van Moschino dragen, stoelen met de gezichten van de Kardashian familie er op geprint en ten slotte de commerciële muziek die luid door de boxen speelt. Al deze elementen verwijzen naar de hedendaagse popcultuur waar ik zo veel van hou, voor mij is dit echte “eye-candy”. Ik kijk naast mij en zie dat ik niet de enigste ben die haar ogen uitkijkt op de prachtige decoratie van dit restaurant.

“Wel een mooie plaats hier hé”, zegt Katja. ‘Ja he! Ik wou je hier al zo lang mee naartoe nemen en juist vanwege de speciale decoratie.’ Giechelend nemen we beiden plaats aan een tafeltje voor 2. Mijn ogen dwalen de menukaart af. Het gaat van Irish steaks tot sushi geserveerd op een skateboard tot hamburgers met een laagje van 24 karaat goud op.

‘Hé Katja, heb je zin om goud te eten?’ “Wat zeg jij nu, goud eten?” ‘Awel kijk op de menukaart, dan zie je wat ik bedoel.’ “Hahaha! Ik wist niet dat je goud kon eten?! Waar neem je mij toch naartoe? Ben je zeker dat je jou niet vergist hebt met een juwelierszaak? Eerst die Louis-Vuitton brandblusser en nu 24 karaat hamburgers?” ‘Ja ik denk dat we terug naar huis moeten keren.’

Een diepe mysterieuze stem richt zich tot onze tafel.“Hebben jullie al beslist wat jullie willen?”, zegt de grote kelner van  1 meter 90 met donkere bruine ogen, een getinte huid en golvend bruin haar. ‘Jazeker, 1 La Parisienne cocktail, 1 mojito en 2 belgian hamburgers met 2 keer zoete aardappelfrietjes alstublieft. ‘, zeg ik met een zijdezachte vleiende stem, een grote glimlach en scannende ogen. Hij glimlacht liefelijk terug. Net voor hij met zijn notitieboekje in de hand weer vertrekt, kijkt hij snel rond om te zien of er geen collega’s zijn. Hij ziet dat er niemand kijkt en geeft mij een sexy knipoog. Meteen verschijnt er een lach op mijn gezicht.

‘Oh my god! Heb je dat gezien?’ “Ja Elisa je hebt touche, weeral.” ‘Die was toch kei mooi of niet soms?’ “Ik vond dat meisje ernaast toch mooier hoor.” ‘Haha of course.’ “Voor een man was hij toch beter dan de gemiddelde man.”

©Elisa Leemans

In mijn ooghoek zie ik een netjes gekleed koppel zitten. De vrouw draagt een opvallende roze jurk met het enorme logo van Armani op. Ze heeft een smal gezicht, uitstekende jukbeenderen, lichte ogen, een smalle taille en gespierde benen. De man ziet er uit alsof hij regelrecht vanuit een James Bond film komt. De man is gespierd, heeft kort en krullend bruin haar en groene ogen. Hij draagt een kostuumpak met een strikje. Het perfecte koppel zou men denken. Niets is minder waar. Ik heb al de hele tijd het gevoel dat die man naar mij aan het kijken is en die vrouw naar Katja aan het kijken is. Onsubtiel kijk ik hun kant uit om te zien of ik 1 van de 2 al ooit gezien heb. Ik herken ze niet. De man heeft een opvallende sleutel van het Hilton hotel in zijn zak zitten, de volledige zwarte sleutel is verbonden met een felblauwe sleutelhanger met groene streepjes. Hij heeft gezien dat ik naar zijn sleutel gekeken heb. Hij glimlacht naar mij en bijt op zijn lip.

Verschoten kijk ik naar Katja. Ze is even op haar gsm Instagram aan  het checken en ze heeft dus niets gezien. Snel haal ik mijn Iphone uit en ik stuur haar wat mijn vermoedens zijn en wat er net gebeurd is. Verbaasd kijkt ze naar haar scherm en begint ze hard te lachen. Natuurlijk kan ik mijn lach ook niet inhouden na haar reactie.

Heel enthousiast en met een grote glimlach, huppelt, dezelfde ober als daarnet, vrolijk naar onze tafel en komt hij onze cocktails brengen. Een beetje onhandig legt hij de cocktail voor me neer. De ober en ik schieten in de lach. Zijn baas roept hem en hij verdwijnt weer in de keuken. “Uwe loverboy is helemaal in de wolkjes van u hoor.” ‘En ik denk dat gij ne lovergirl hiernaast hebt. Ze kan haar ogen niet van u af houden.’ Blozend kijken we naar onze cocktails. ‘Wat is dat? Er zit een ijsje in u cocktail! En snoepjes!’ “Hee, ja! Hahaha. OMG  Elisa!!!” ‘Wat?’ “Ik denk dat de rietjes eetbaar zijn!” ‘Hahahaha denk je?’ “Ja, proef dan.” ‘Haha ja ze zijn inderdaad van suiker gemaakt, echt leuk!” ‘Ja, dit is toch een pak beter dan die vieze kartonnen rietjes van de Mc Donalds.’ “Zekers.”

Die supermooie, kleurrijke cocktails zijn niet enkel mooi maar ook nog eens lekker ook. Een derde keer komt de knappe ober aan onze tafel. Deze keer brengt hij onze hamburgers. De ober vraagt of hij onze hamburger mag snijden, natuurlijk zeg ik ja. Ik zeg dat hij mijn hamburger mag snijden, niet omdat ik het zelf niet kan, maar omdat ik geen enkel moment voorbij ga laten schieten om mezelf te laten bedienen door een knappe man. Zachtjes snijdt hij mijn hamburger en mijn ogen kunnen zich niet af houden van zijn sterke armen.

De hamburger is gekruid met zout en peper, à point gebakken, vergezeld door een bedje sla en zoete aardappel frietjes. De frietjes zijn gekruid met Provençaalse kruiden, wat de frietjes een aparte smaak geeft. ‘Heerlijk hé?’ “Ja, ik had zo veel honger als een paard en het is echt superlekker.” ‘Geloof mij, ik had ook veel honger.’ “Besef dat ik s ’middags niet gegeten heb, gewoon omdat ik wist dat ik vanavond hier ging eten.” ‘Ben je gek? Hoe kan je niet “hangry” zijn?’ “Ik heb niet zo veel voedsel als jou nodig, Elisa. Hahaha jij bent echt een “boefer”.” ‘Haha, I know, oepsie.’

Nadat we allebei ons bord leeg gegeten hebben zeg ik, “Straks kan ik naar mijn auto rollen.” ‘Haha! En ik dan! Mijn “foodbaby” en ik gaan aan jouw zijde, van de berg, recht naar jouw auto rollen.’ De avond in het restaurant nadert zijn einde. Katja en ik worden naar de vestiaire begeleid door de knappe ober. Ik krijg mijn Lui Jo jas terug en Katja krijgt haar Gucci designerjas terug. Snel werpen wij nog een laatste blik naar het chique restaurantje. Op de achtergrond zie ik dat het koppel dat naast ons zat naar ons glimlacht. Wat een vreemd koppel. Het regent, het is koud, dus we haasten ons naar de auto.

‘Dat restaurant was heel lekker, we moeten daar zeker en vast nog eens terug komen.’ “Dat doen we.”, zegt Katja met een bibberende stem. ‘Om mijn handen een klein beetje op te warmen, steek ik ze in mijn jaszak. Ik voel mijn autosleutels, een pakje zakdoekjes en… Wat is dat? Iets onbekends zit in mijn jaszak. Voorzichtig haal ik het vreemde onderwerp uit mijn jaszak. ‘Katja, kom eens.’ “Wat is er?” ‘Hahahaha! Kijk!’ Ik sta te zwaaien met een zwarte sleutel waaraan een groene sleutelhanger met blauwe streepjes hangt. “Ik heb ook iets vreemd in mijn jaszak!”, zegt Katja enthousiast. “Het is een papiertje.”  Samen lezen we luidop wat er op staat. “Vergezellen jullie een koppel die op zoek is naar wat nieuws? Afspraak om 23:30 in het Hilton hotel. We willen wat pit terugbrengen in onze relatie en we denken dat jullie hier geschikt voor zijn.

Katja en ik kijken elkaar recht in de ogen aan.

Related Posts

Begin typing your search term above and press enter to search. Press ESC to cancel.

Back To Top