30 december 2017: the first date
“Hallo” zegt hij. Ik antwoord “Hallo”. Dit eerste contact gaf me een raar gevoel. Geef ik hem een hand of kus ik hem? Hij buigt langzaam naar beneden met zijn hoofd om op mijn hoogte te kunnen zijn. Heeft hij me nu net echt een kus gegeven op mijn wang? Wacht! Nee, twee en er volgt een derde en vierde. Wat gebeurde er nu net? Vier kusjes op mijn wang, waarom? Volgens mij gebeurt het zo in Frankrijk zeker. “Wil je nu al naar Brussel of gaan we nog even stappen?” vraagt hij. “We kunnen even een wandeling doen rond het kanaal” zeg ik. Terwijl hij lacht zegt hij: “Je hebt dus echt een kindjesstem”.

We zijn net geparkeerd in een ondergrondse parking. Het is hier zeer donker we vinden de uitgang dankzij een groen paneel in een hoekje met in het groot ‘UITGANG’ geschreven. Hier moeten we zeker langs uit. Ik zie een trap maar waar is de lift? Ah hier, hij drukt op de knop. Ik heb echt geen idee van waar we zijn. Naast de parking is er een Ibis Hotel en een klein pleintje. Het weer is er verschrikkelijk en er komt geen water uit het fonteintje. “Ik heb honger en jij?” vraagt hij. “Nee ik heb geen honger” antwoord ik. Oh nee, dit vind ik zo ongemakkelijk. Het frustreert me om eten te bestellen voor iemand anders. Ik heb dan het gevoel dat ik niet mag nemen wat ik wil omdat ik afgeluisterd ben. Straks noemt hij mij anorexie of boulimie in plaats van Noémie. “Vind je het goed als we hier gaan?” vraagt hij. “Ja, geen probleem” antwoord ik. Quick! Hij had het me al gezegd dat hij dol was op Fast Food. Hij laat me eerst bestellen “Een Menu Giant alstublieft” vraag ik aan de vrouw achter de balie. “Welke saus?” vraagt ze. Ik antwoord “Mayo alstublieft”. “Wat wenst u te drinken?” vraagt ze nu. “Een cola alstublieft”. Ik wil betalen maar heb net te weinig op mijn kaart. “Moet ik betalen?” vraagt hij. “Ja, als het u niet stoort” antwoord ik verlegen. Dit voelt zo ongemakkelijk. Ik begin ervan te blozen en voel me zo dom. Hij bestelt maar ik hoor niet want ik stuur een sms naar mijn moeder om wat geld te vragen. We nemen onze dranken en gaan de trap op. Boven zoeken we een klein bankje voor twee. We beginnen te eten en zijn blik op mij doet me blozen. Ik voel mijn wangen verwarmen en zou me nu niet in een spiegel willen zien.
“Hoe gaan we tot de Grote Markt” vraagt hij met een glimlach. Hij weet best wel dat ik het helemaal niet wist. Ik had hem al uitgelegd dat ik en Brussel geen vrienden waren via Snapchat. Hij moest er goed mee lachen. Ik zeg toen “We volgen gewoon de massa en we vinden het wel denk ik”. “Slim” antwoord hij met een glimlach. We volgen een groep mensen een straatje in en bevinden ons in één keer op de Grote Markt. Het is ongelofelijk hoeveel volk dat er hier is. Ik doe een rondje rond mezelf om alles is goed te bekijken. Ik zie verschillende mensen: Chinezen, Spanjaarden maar ook Belgen. Allemaal met hun gsm in de hand selfies aan het trekken.

Dat vind ik zo jammer omdat mensen nu alleen maar aan hun mobieltje denken. Zo ben ik niet en daar krijg ik natuurlijk commentaar op. “Neem je geen foto’s?” vraagt hij. “Nee, ik geniet liever van het moment dan dat ik aan mijn gsm plak. Ik hou er wel herinneringen aan hier.” Zeg ik terwijl ik naar mijn hoofd wijs. Hij vraagt “Weet je het verhaal achter dit gebouw?” en wijst naar één van de gebouwen. Ik antwoord neen met mijn hoofd. Hij legt me een verhaal uit dat hij hoorde op een bezoek in Brussel met school. “De architect pleegde zelfmoord” eindigt hij zijn verhaal.
Google Maps! Dit is vandaag onze beste vriend. Een Franse met een Belg die samen Brussel ontdekken, wie zou dat geloven? We zoeken Manneke Pis. Want natuurlijk zijn we vandaag allebei toeristen en dit maakt het moment nog beter. We maken samen pret met het zoeken van straten en ons laten verdwalen. We spreken en lachen om alles en niets tegelijk. We komen voor Manneke Pis maar het wordt onmogelijk om een foto te nemen met het volk dat ervoor staat. Dit is niets we gaan gewoon voort richting Janneke Pis. We lopen meerdere keren verdwaald en worden verschillende keren gestopt door obers. “Vous voulez mangez quelque chose? “vraag eentje. “Non, merci” antwoord we samen. We komen aan bij Janneke Pis en Maxime begin het bordje met informatie voor te lezen. Ik moet erom lachen omdat hij het luidop aan het lezen is alsof hij een verhaal vertelt aan een kind.

We komen aan in Park Leopold. Ik ben hier al meerdere keren geweest toen ik klein was. Al mijn herinneringen komen langzaam terug. Het maakt me blij en ik moet om mijn gedachte glimlachen. We hebben al heel de dag met elkaar samen doorgebracht. We lopen naar een bankje en kijken de mensen langs ons heen lopen. We hebben al zoveel gezegd dat het nu stil viel. We kijken gewoon naar elkaar. Nemen elkaars hand en dit voelt even goed als de verlopen dag. We willen elkaar al vroeger zien maar met onze examens ging dit niet net als door de 130 kilometers die er tussen ons is. Waarom doe ik dit? Ik heb al zoveel gezien in mijn leven. Waarom moet ik me altijd in moeilijke situaties bevinden? We zijn al een maand met elkaar aan het spreken via Snapchat en naar elkaar foto’s van onszelf aan het sturen. Nee, niet zo een foto’s, begrijp me niet verkeerd. Toen ik weet dat hij uit Frankrijk kwam nam ik wat afstand. Ik had die grap van die piraat niet moeten maken. Er was een piraatfilter op Snapchat en ik stuurde naar hem “Je hebt mijn hart gestolen”. Dit was toen zo dom maar nu ik eraan denk heb ik er helemaal geen spijt van. Het begin te regen en we gaan naar de auto. Deze is geparkeerd op de parkeerplaatsen die voor het park ter beschikking staan. Terug in de auto word de situatie heel ongemakkelijk. Niemand weet wat zeggen. Plots zegt hij “Ik wil sinds daarstraks iets doen maar ik durf niet. Mag ik?”. “Hangt af wat je hiermee bedoelt” antwoord ik. Hij neemt mijn kaak in zijn handen en begint me te kussen. Het lijkt wel een film. We beginnen weer te praten en ik vraag: “zijn we nu samen?”. Hij antwoord “Ik denk van wel, ja!”. We denken niet meer aan onze angsten. De afstand is er niet meer en we praten verder. De tijd gaat snel voorbij, we hebben de dag niet zien voorbij vliegen. We leggen vast dat we elkaar één keer per week zouden zien. Is dit wel genoeg? Weten zijn ouders over mij? Ik stel me zoveel vragen maar het is zo goed met hem. Het is alsof we elkaar al jaren kennen.

14 februari
Ik ben in Frankrijk omdat het vandaag Valentijn is. Ik heb online een boekje besteld, er staan vragen in die we samen moeten invullen. Het lijkt stom maar ik vind het concept heel origineel. Het is een goede manier om elkaar wat beter te leren kennen. Maxime en ik zijn al een jaar en 2 maanden samen. Natuurlijk is de 130 kilometer afstand niet gemakkelijk maar sinds het begin zijn we goed georganiseerd. We spreken 1 keer per week af en ik probeer minstens 1 weekend in Frankrijk te zijn. “Doe het open”, zegt hij. Het zijn twee sleutelhangers met onze namen op. Ik moet lachen omdat ik ook bijna een box koos met daarin 2 sleutelhangers en nog veel meer. Ik geef hem dat van mij. Ik ben echt bang voor zijn reactie. Misschien vindt hij het maar niets of kinderachtig. Hij vindt het super! “Beginnen we er nu aan?” vraagt hij. We starten met de eerste pagina.