7 uur 30, de wekker gaat, vandaag is een belangrijke dag. Vandaag is de dag waar ik al een tijdje op heb gewacht. Vandaag is « The Day » waarop mijn leven niet meer hetzelfde zal zijn als vroeger. Iets in mij zal veranderen. Wat? Dat vertel ik je later.

Ik zal me eerst even voorstellen. Ik ben Luna Fato, geboren op 30 september 1999 en dus bijna 20. Ik woon met mijn beide ouders en broer in een groot huis in Wemmel. Mijn hobbies zijn dansen, paardrijden en gaan lopen op vrije momenten. Lopen is voor mij echt een verfrissend moment. Ik loop op straat met muziek in mijn oren en daarbij creëer ik een eigen wereld rondom mij met vogels die fluiten, auto’s met kwade bestuurders wegens de files en bomen die beven door de woelende wind. Tijdens het lopen voel ik mij vrij en dat gevoel zou voor mij nooit mogen stoppen. Het is alsof ik onsterfelijk ben en niemand mij kan kwetsen.

Mijn ouders werken elke dag, mijn vader is eigenaar van 2 winkels en mijn moeder is verkoopster. Ze komen elke dag laat thuis en zijn uitgeput. Daarom moet ik telkens voor mijn broertje zorgen, eten klaarmaken, wassen, poetsen en zijn huiswerk bekijken. Ik mag niet klagen, maar af en toe heb ik het gevoel dat ik een alleenstaande moeder ben. Gelukkig wonen mijn grootouders dichtbij en kunnen ze wanneer ik op school ben, mijn broer gaan ophalen, eten geven en dergelijken tot ik thuis geraak. Naast het naar school gaan en voor mijn broertje zorgen, werk ik elke zondag in een restaurant / bakkerij om geld te verdienen en mijn studies te betalen. Het leven is niet eenvoudig, want ook al zijn mijn ouders vaak afwezig, eisen ze goede resultaten op die ik vaak niet kan halen door gebrek aan studietijd. Elke dag vrees ik ervoor om niet te slagen. Dit jaar is namelijk niet mijn eerste jaar dus ik moet er wel door zijn.

Dit eventjes ter zijde: als ik eerlijk moet zijn vind ik het wel leuk om enorm veel tijd te spenderen met mijn broertje. Hij is 8 jaar oud en zit in het derde studiejaar. Ons manier van samenleven heeft ervoor gezorgd dat er echt een sterke band is tussen ons twee.
” Samen staan we sterker”
Een normale dag in de familie Fato ziet er namelijk zo uit. Of we nu uitslapen of vroeg wakker worden ontbijten we samen in de keuken. Dit is het enige moment waar heel de familie samenzit. Juist daarom is het voor ons de belangrijkste maaltijd van de dag. Daarna maakt iedereen zich klaar om te vertrekken naar zijn eigen verantwoordelijkheden. Mijn vader brengt mijn broer naar school en ik ga met het openbaar vervoer. Ik volg de lessen tot wanneer mijn broertje gedaan heeft met school. Daarna haast ik me naar huis om eten te maken voor mijn broer en om hem te helpen. Gelukkig heb ik ook niet verplichte lessen en kan ik enkele lessen missen om mijn broer te vergezellen. Wanneer alles klaar is en hij al in dromenland ligt, kan ik opruimen, alles in orde brengen en aan mijn huiswerk beginnen tot ik in slaap val of mijn ouders thuiskomen. Alle dagen lijken hetzelfde, maar soms zijn gebeurtenissen onvermijdelijk en vooral onverwacht…
De wekker gaat opnieuw af om 7 uur 30. Ik word wakker. Vandaag is het feest want alle scholen zijn gesloten. Jammer genoeg zijn enkel de scholen gesloten en niet de winkels dus moeten mijn ouders gaan werken. Ik beslis om een lekker Frans-Engels ontbijt te maken met gekookte eieren, pancakes met vanillesmaak en boontjes in zure tomatensaus. Als drank kies ik voor een versgeperste pittige sinaasappelsap en een zoete zelfgemaakte chocolademelk. Ik maak mijn broertje wakker en breng hem zijn ontbijt als een echte koning. Gelukkig had ik geen school die dag want ik had een zware dag gepland met mijn broer. Ik had zojuist mijn salaris ontvangen en ik had zin om hem daarmee te verwennen. Na het reusachtig ontbijt hebben we ons al dansend klaargemaakt met op de achtergrond zijn favoriete muziek, Big Flo en Oli. Hij leek echt op een prins. Neen, eerder een koning, en ik zijn koningin. Bij het verlaten van het huis waren we verstrooid en opgewonden, dus herinnerde ik me niet meer of ik het alarmsysteem had ingeschakeld.

In de voormiddag had ik gepland om naar Mini-Europa te gaan. We wandelden door de straten met aan de linkerkant de scheve Toren van Pisa en aan de rechterkant de stalen Eiffeltoren. Na een stevige wandeling door heel Europa had ik een tafel gereserveerd in een gezellig, Italiaans restaurant, namelijk de Ricotta et Parmesan in het centrum. Om naar daar te gaan hebben we de metro genomen, want noch mijn broer, noch ik hebben ons rijbewijs. In de metro was er weinig volk wegens de feestdag. Onderweg dacht ik toch af en toe aan het alarmsysteem. Had ik die nu ingeschakeld of uiteindelijk niet. Maar de glimlach van mijn broer waaide mijn gedachten weg. We stapten uit de metro richting het restaurant. Eens binnen kregen we een tafel van twee toegewezen achterin de zaal. De ober kwam onze bestelling opnemen. Ik opteerde voor spaghetti met pesto en ricotta. Mijn broer nam ook spaghetti maar met pecorino, een typische Italiaanse kaas met witte truffel-olie. En om te drinken gewoon een fles plat water. Na onze spaghetti nam ik als dessert een gemengd sorbetijs en mijn broer een Brusselse tiramisuwafel.

We moesten ons een beetje haasten omdat ik ook iets in de namiddag had gepland. Bij het verlaten van de restaurant passeerden we nog snel langs de winkel van mijn vader in de Sint-Hubertusgalerijen. En daarna weg naar de volgende activiteit.

De volgende activiteit was gelegen dichtbij het restaurant dus gingen we te voet. We zijn gaan bowlen dichtbij het Noordstation. Het was de eerste keer voor hem en voor mij in dat gebouw. In dat gebouw kon men ook lasergamen maar daarvoor was mijn broertje nog te jong. We namen een baan voor ons twee en speelden drie spelletjes. vooraleer we konden beginnen moesten we de bekende, wit zwarte stinkende schoenen aandoen. Ik won de eerste en de laatste partij en mijn broer de tweede dankzij de latten die aan de zijkant van de baan werden geplaatst. Mijn broer was teleurgesteld maar ik beloofde hem nog een laatste activiteit als we thuis waren.

We besloten dus om de bowling te verlaten richting thuis. Het werd stilaan donker en mijn broer begon moe te worden. Begrijpelijk na een vermoeiende en intensieve dag. We namen de metro, deze keer in de omgekeerde richting. Mijn gedachte aan het alarmsysteem werd steeds groter. De micro van de metro kondigde de terminus aan en we stapten uit. Al wandelend kwam het gevoel van angst naar boven. Het leek alsof ik iets voelde aankomen.
We hebben een grote voortuin en eens in de voortuin hoorde ik geluiden van binnen ons huis komen. Ik besloot om mijn broer op de straat te laten en sluipend ging ik naar de voordeur. De voordeur was open en het gordijn gescheurd. Ik was dus wel vergeten het alarmsysteem in te schakelen. Ik kwam steeds dichterbij, hopend iets te zien, maar hoorde enkel en alleen mompelen. Het waren mannenstemmen, minstens twee en in een Oosterse taal. Ze waren boven dus ik besloot om met mijn broer naar binnen te gaan en ons in de kelder te verstoppen. Mijn broer babbelt enorm veel dus beval ik hem om te zwijgen. Eens in de kelder bedacht ik een plan om ze buiten te jagen. Ik kon niemand bellen. Noch mijn ouders omdat ze aan het werken waren, noch mijn grootouders omdat ze op vakantie waren in Spanje. De buren waren ook niet bereikbaar.

Ik hoorde stappen in heel het huis en ik hoorde de trappen kraken alsof ze met duizenden waren. Mijn bloeddruk bleef maar stijgen en ik hoopte echt dat ze niet in de kelder zouden komen. Ik hoorde de deur van de kelder bewegen. Ze waren net achter de deur. Voor mij was het gedaan. We waren betrapt en mijn broer zou gekwetst geraken. Maar opeens werd alles stil, geen gekraak en geen gepraat meer.
” Na lang wachten besloot ik om te gaan kijken.“
Ik beefde van angst en kon amper stappen. Maar wachten op mijn ouders zou nog lang duren en mijn broer zou het niet hebben volgehouden. In de kelder hebben we nog een oude stoffige bezem dus besloot ik die te gebruiken als « wapen ». Ik opende de deur en stapte op mijn tenen richting de voordeur die ondertussen gesloten was. Ik stapte in heel het huis om te controleren of ze nog aanwezig waren maar er was geen spoor meer te vinden. Heel ons huis was wel onderste boven. Ze hadden het huis doorzocht en alles meegenomen, zowel laptop als juwelen en waardevolle voorwerpen.
Om mijn broer niet te laten schrikken besloot ik hem bij de buren te brengen die nu wel thuis waren. Ondertussen belde ik de politie om vingerafdrukken te nemen en om de gestolen spullen vast te stellen. Ze belden ook mijn ouders om hen te verwittigen. Die zijn toen zo snel als de bliksem naar huis gereden.

Dit verhaal zorgde ervoor dat ik en mijn broer niet meer alleen thuis mogen blijven. Mijn ouders betalen nu een nanny om het eten klaar te maken, het huis te poetsen en het huiswerk samen met mijn broer te maken. Die dag was de dag dat mijn leven heeft veranderd. Ik ben sindsdien bang om alleen te blijven en ik ben steeds op zoek naar mensen in de metro of in de straten van Brussel met dezelfde stem als onze inbrekers.